Shigeru Miyamoto over Mario’s toekomst: 40 jaar aan lessen en waarom “Feeling Like Mario” alles bepaalt

Shigeru Miyamoto over Mario’s toekomst: 40 jaar aan lessen en waarom “Feeling Like Mario” alles bepaalt

Samenvatting:

Shigeru Miyamoto’s nieuwste gesprek met Casa Brutus komt op een perfect moment: Mario’s 40e verjaardag, een nieuwe film tussen de sterren en een team dat de fakkel draagt die hij decennia geleden heeft aangestoken. Hij is teruggestapt van de dagelijkse ontwikkelmalen, maar springt nog steeds in elke nieuwe Mario voor ongeveer de eerste dertig minuten om één tijdloze regel te checken: het moet aanvoelen als Mario. Dat ijkpunt kleurt ook zijn kijk op het volgende bioscoopavontuur. De Super Mario Galaxy-film zit nu in de laatste fase, en hij is ervan overtuigd dat het resultaat — simpelweg — leuk wordt. Dat woord klinkt bescheiden, maar voor Miyamoto is ‘leuk’ geen franje; het is een moeizaam veroverde standaard die interfaces, moeilijkheidsbogen en het ritme van ontdekking vormgeeft. Terugkijkend ziet hij een lijn van de 2D-finesse van Super Mario World naar de 3D-sprong in Super Mario 64, waarbij elk hardware-tijdperk nieuwe deuren opende. Vooruitkijkend hint hij op een bekend kantelpunt: nieuwe hardware, nieuwe verwachtingen en een creatieve uitdaging waar het huidige team voluit mee aan de slag gaat. De kern van Mario — rennen, springen, nieuwsgierigheid — blijft. De vraag is hoe je die basis weer laat zingen zonder het verleden te echoën. Hieronder verkennen we wat hij deelde over cultuur, ambacht en de volgende stappen voor ’s werelds meest herkenbare loodgieter — en waarom zijn simpele graadmeter voor plezier nog steeds alles verankert wat we waarderen.


Waarom “aanvoelen als Mario” nog steeds alles bepaalt

Miyamoto’s gewoonte om de eerste dertig minuten van een nieuwe Mario te spelen is geen formaliteit; het is een stresstest voor identiteit. Die openingsmomenten dragen veel gewicht: een titelscherm dat je uitnodigt, de eerste sprong die de fysica onthult, de vroegste vijanden die zonder terechtwijzen lesgeven. Als de interface tegenwerkt of de wereld stijf aanvoelt, valt de betovering weg. Daarom draaien zijn vroege speelsessies om intuïtie — hoe menu’s stromen, hoe de camera je intentie aanvoelt, hoe een simpele hop vijf verschillende ideeën kan aanwakkeren. Zie het als een handdruk tussen speler en spel. Je ontdekt of het personage je instincten vertrouwt en of het level nieuwsgierigheid beloont. Als die handdruk warm en zeker is, heeft alles daarna — setpieces, power-ups, beheersing op het einde — een solide fundament. Zo niet, dan kan geen enkele laag glans de mismatch verbergen. Door precies dit stukje van de ervaring te checken, bewaakt Miyamoto de hartslag van de serie: een speelse vaart die experimenteren vanaf minuut één veilig en belonend maakt.

Leren zonder te vertellen: de Mario-school van design

De eerste dertig minuten van elke Mario zijn vaak ook een stille lesbrief. Munten wenken, platforms suggereren routes en vijanden seinen regels. Het is ‘show, don’t tell’, maar dan met een grijns. Daarom is het kleinste zandkorreltje — een haperende input, een onduidelijke prompt — zo belangrijk. Die lessen bouwen vertrouwen, en vertrouwen bouwt moed. Al snel probeer je lastigere sprongen, koppel je moves en verleg je grenzen, omdat het spel heeft laten zien dat het je opvangt als je uitglijdt. Dit is het vakmanschap dat Miyamoto controleert: geen lore, geen expositie, maar de zachte gids die een controller in een kompas verandert. Als die begeleiding werkt, groeien spelers van alle leeftijden van schuchter naar stoutmoedig zonder zich ooit toegesproken te voelen, en dan voelt Mario pas echt als Mario.

De onzichtbare lijm: inputs, ritme en camera

Wat laat een vroeg Mario-level zingen? Inputs die klikken, een ritme dat spanning en lucht afwisselt, en een camera die aanvoelt als een vriendelijke camerapersoon in plaats van een koppige robot. Het genie schuilt vaak in de marge: net iets langere ‘coyote time’ die een riskante sprong redt, een stuitboog die je perfect op een hogere richel laat landen, een camerapauze die een vergezicht laat ademen. Geen van deze dingen is een krantenkopfeature, maar samen creëren ze een gevoel van juistheid — als schoenen die bij de eerste pasbeurt kloppen. Die pasvorm is wat Miyamoto checkt, en als die niet klopt, gaat de hele run wankelen.

De fakkel doorgeven zonder de vlam te dimmen

Terwijl de teamsamenstelling is geëvolueerd, verschoof Miyamoto’s rol van dagelijkse stuurman naar doorgewinterde navigator. Hij vertrouwt de leads die met de serie zijn meegegroeid, maar houdt een vinger aan de pols om te bewaken dat de geest intact blijft. Dit soort rentmeesterschap draait niet om erboven hangen; het gaat om een noorderster behouden waar iedereen op kan sturen. Als hij ingrijpt, is het meestal om helderheid te duwen — een menustap schrappen, een klifranden zachter maken, of een vroege puzzel herframen zodat de oplossing verdiend voelt. Het resultaat is een team dat gedurfd experimenteert maar de kern eert. Nieuwe power-ups en mechanics mogen komen, maar als ze botsen met dat kenmerkende gevoel, worden ze bijgeschaafd of gesnoeid tot ze zingen. Zo blijft een serie van vier decennia verrassen zonder vreemd te voelen voor doorgewinterde spelers.

De balans tussen traditie en vonk

Er is een reden dat fans oplichten bij het zien van een Goomba of het horen van een bekend deuntje: gedeeld geheugen. Maar nostalgie kan geen hele reis dragen. De beste moderne Mario’s gebruiken traditie als springplank, niet als script. Een mechaniek keert terug met een twist. Een klassieke vijand leert een nieuwe truc. Zelfs de camera kan stilletjes evolueren om beter te passen bij de schermen en verwachtingen van vandaag. Rentmeesterschap betekent hier net zo vaak snoeien als planten — kiezen welke wortels sterk blijven en welke takken groeien. De bereidheid van het team om aan piepkleine details te blijven schaven houdt de serie levendig zonder zijn gezicht te verliezen.

Cultuur telt: speelse strengheid in de praktijk

Binnen Nintendo is ‘speelse strengheid’ echt. Het ziet eruit als whiteboards vol levelschetsen en testruns die eindigen met ontwerpers die vragen: voelde dat ondeugend of oneerlijk? Als een grap maar één keer landt, wordt het een cameo; als hij tien variaties draagt, kan het een pijler worden. Door deze lens vermijdt de serie opgeblazenheid. Zelfs in een uitwaaierende release is het aantal kernwerkwoorden verrassend slank, wat helpt om elke nieuwe wereld leesbaar en vrolijk te houden. Die terughoudendheid — zeldzaam in een tijd van ‘alles-en-de-gootsteen’ — houdt Mario coherent en gastvrij.

De Super Mario Galaxy-film mikt op simpel, oprecht plezier

Het volgende bioscoopavontuur voert Mario buiten het Paddenstoelenrijk terug de sterren in. Miyamoto beschrijft de productie als in de laatste fase, en zijn doel is verfrissend helder: maak het leuk. Niet luid. Niet ingewikkeld. Leuk. In film dekt dat woord timing, kijkgrappen, muzikale cues en hoe personages op elkaar stuiteren zonder de grap te dood te verklaren. Galaxy’s setting opent vanzelf de deur naar schaal — tollende planeten, lusvormige zwaartekracht en sprankelende sterrenwegen — maar de uitdaging is om spektakel te vertalen naar verrukking in plaats van lawaai. Dat betekent persoonlijkheid voorop: hoe Mario reageert als de grond kantelt, hoe een metgezel zijn moed prikkelt en hoe ontzag zich met kattenkwaad mengt wanneer de zwaartekrachtregels buigen. Als de film die emoties vangt, ziet hij er niet alleen uit als Mario — hij voelt ook als Mario.

Van console naar cinema: speelritme vertalen naar filmritme

Games geven je handelingsvrijheid; films sturen je blik. De brug slaan vraagt om een ritme dat spel nabootst zonder controller. Reken op sequenties die in leesbare stappen escaleren: een kleine zwaartekrachtgrap wordt een groter setpiece en betaalt uit met een karaktermoment. De structuur van een geweldig level spiegelt vaak een geweldige scène: leren, testen, draaien, triomferen. Als die slagen klikken, voelen ook kijkers die nooit een controller vasthielden dezelfde opwinding die spelers zo goed kennen. Dat is de vertaling waar Miyamoto op toeziet — een toon die de wortels respecteert en tegelijk de kracht van het medium omarmt.

Waarom terughoudendheid het spektakel laat knallen

Galaxy smeekt bijna om visueel vuurwerk, maar vuurwerk zonder pauze dooft snel uit. Het slimste pad is contrast: stille beats die een melodie laten ademen, gevolgd door speelse chaos die in lach uitbarst. Denk aan een kleine, slimme zwaartekrachtgrap die een latere showstopper voorspelbaar maakt. Wanneer het grote moment komt, voelt het verdiend in plaats van op het scherm gekieperd. Het is hetzelfde montageprincipe dat een goede Mario-wereldkaart maakt: duidelijke routes, sprankelende omwegen en net genoeg mysterie om je vooruit te trekken.

Veertig jaar Mario: de rode draad van 2D-finesse naar 3D-verwondering

Terugkijkend herinnert Miyamoto zich een creatieve top tegen het einde van het 16-bit-tijdperk, toen Super Mario World zoveel persoonlijkheid en precisie in twee dimensies perste dat het als een natuurlijk sluitstuk voelde. Toen verschoof de hardware, en ging er een nieuwe deur open: volwaardige 3D. Super Mario 64 was niet alleen een nieuwe camerahoek; het herdefinieerde hoe nieuwsgierigheid in een platformer werkt. Hoeken om omheen te gluren, bomen om in te klimmen, ruimtes die uitnodigen om te porren — plotseling had verkenning volume. In die sprong schuilt een les die decennia blijft echoën: technologie kan het canvas vergroten, maar de penseelstreken komen nog steeds van speelse regels, leesbare werelden en beweging die goed in de hand voelt.

Het cadeau van elk tijdperk: wat de hardware ontgrendelt

Elke generatie geeft Mario een ander cadeau. Sommige jaren is het scherpte; andere jaren snelheid of geheugen of haptiek. De kunst is kiezen welk cadeau je in de spotlights zet. Wanneer de kracht van een console matcht met het instinct van een ontwerper, ontstaat magie. Strakke inputs ontmoeten royale animatie en ineens voelt een wallspring als een klein wonder. De serie jaagt geen checklists na; ze jaagt momenten na — mini-oprispingen die optellen tot grote glimlachen. Daarom roept een nieuwe hardwarecyclus altijd vragen op: welke frisse momenten worden mogelijk en hoe laten we ze onvermijdelijk aanvoelen?

Leren van beperkingen, niet alleen van pk’s

Beperkingen waren vroeger eenvoudig — beperkte sprites, kleine cartridges. Vandaag zijn ze anders: aandachtsspannes, schermvariatie en de pure concurrentie om speeltijd. Mario’s antwoord is gebleven: snel naar het plezier, daarna lagen onthullen die doorzetters belonen. Of je nu vijf of vijftig bent, er is een oprit. Het level daarna? Een tikje moeilijker, een slag slimmer, maar nooit gemeen. Die houding werd gesmeed in het tijdperk van strakke limieten en blijft nuttig nu, wanneer limieten vager aanvoelen maar de inzet hoger is.

Hoe “de volgende uitdaging” eruit kan zien voor het team

Miyamoto vraagt zich hardop af hoe het huidige team de volgende grote sprong aanpakt. De vraag hint op nieuwe hardware en de frisse verwachtingen die daarbij horen. Het draait niet alleen om pixels of frames; het gaat om sensatie. Misschien is het tactiele feedback die een driedubbele sprong veerkrachtiger maakt, of systemische interacties die een pet, een blok en een beestje verrassend laten samengaan. De taak van het team is één of twee kernideeën vinden die Mario’s werkwoorden uitbreiden zonder de grammatica te laten opzwellen. Als die goed zitten, kan de rest — structuur, verzamelingen, co-op — eromheen opbloeien.

Ontwerpprincipes om te bewaken terwijl experimenten groeien

Hoe gedurfd de experimenten ook zijn, een paar pijlers blijven staan: responsieve beweging, duidelijke feedback, leesbare gevaren en vriendelijkheid die aanspoort in plaats van berispt. Bescherm die, en wilde ideeën krijgen ruimte om te slagen. Laat je ze los, dan voelen zelfs slimme foefjes breekbaar. Verwacht dat de volgende golf die ruggengraat sterk houdt terwijl spelers zich meer kunnen uitdrukken — routes die stijl belonen, shortcuts die observatie waarderen en geheimen die gemeenschapsbabbels uitnodigen zonder te verzanden in duister om het duister.

Iedereen meenemen zonder beheersing plat te slaan

Inclusie betekent niet dat alles makkelijk wordt. Het betekent slimme lagen bieden. De eerste route is vriendelijk; de tweede route knipoogt naar veteranen. Hulpopties kunnen nieuwkomers zelfvertrouwen geven zonder de voldoening van een strakke run te verdunnen. Mario blinkt al lang uit in deze dubbelspoor-aanpak, en het volgende hoofdstuk zal die waarschijnlijk verder duwen, zodat gezinnen samen kunnen spelen terwijl speedrunners nog steeds hun speeltuin vinden.

Films, themaparken en de sterkere Nintendo-band

Het afgelopen decennium bracht Mario ver buiten de woonkamer. Themaparken voegden tastbare verwondering toe en films nodigden nieuw publiek uit. Dit is geen verdunning; het is resonantie. Als een kind een warp pipe in een reclame herkent of een melodie neuriet op weg naar school, heeft het volgende spel al een voet tussen de deur van de verbeelding. Miyamoto’s producentenrol leunt in op die resonantie. Hij focust op soepel teamfunctioneren, op iedereen die de hartslag van het personage begrijpt en op werkstromen die die hartslag van storyboard naar eindmix dragen. Het doel is geen kruisbestuiving om de kruisbestuiving; het is een grotere cirkel waarin speelsheid over media heen echoot.

Het kompas van het filmteam: persoonlijkheid eerst

Effecten verouderen; persoonlijkheid blijft. De kleine keuzes van de personages — een blik, een schouderophalen, een dappere stap na een struikel — wegen zwaarder dan welke explosie ook. Dat is het soort plezier waar Miyamoto over spreekt: verrukking geworteld in wie Mario is, niet alleen in wat hij kan. Als dat klopt, voelt de rest — setpieces, liedjes, cameo’s — als een feest in plaats van een afvinklijst. Het is dezelfde noorderster die game-design leidt, alleen herkadert voor een ander canvas.

Waarom een gelijkmatig tempo beter is dan een gejaagde sprint

Met films en parken in de mix is cadans belangrijk. Publiek heeft tijd nodig om een personage een beetje te missen vóór de volgende golf arriveert. Een gelijkmatig ritme houdt de opwinding warm zonder haar op te branden. Daarom klinkt de frase “laatste fase van de productie” als vertrouwen, niet als haast. Het team wil dat lach en ontzag eerlijk landen, en dat kost timing — dezelfde timing die een perfecte stomp magisch maakt.

Hopen op het 50-jarig jubileum: gezondheid, humor en duurzame vreugde

Miyamoto grapt dat hij misschien even wegkijkt om het team hem te laten verrassen, en voegt dan een wens toe die zacht resoneert: gezond blijven tot Mario’s 50e. Het is een menselijke noot in een gesprek over legendes en mijlpalen. Achter de krantenkoppen staan mensen die diep geven om ambacht en om elkaar. Die zorg verschijnt op het scherm als warmte — het soort dat je voelt wanneer een level je welkom heet na een lange dag, of wanneer een deuntje speelt en je handen precies weten wat te doen. Als het volgende decennium die warmte vasthoudt en plezier blijft najagen met strengheid en hart, blijft de snor lachen — en wij ook.

Erfenis is geen museum; het is een levende werkplaats

Jubilea kunnen levende werelden in vitrines veranderen. Het betere pad is de sfeer van een werkplaats: gereedschap uit, zaagsel op de vloer, gelach in de lucht. Zo blijft Mario ademhalen — door speels en nieuwsgierig te blijven, zelfs als de merkinzet groeit. Het vertrouwen van het team in die aanpak, gekoppeld aan Miyamoto’s stabiele kompas, maakt de toekomst open en licht. Niet door garanties, maar door gewoonten: vroeg testen, goed luisteren, kleine dingen polijsten en vreugde voorop zetten.

De simpelste belofte: nog een goede sprong

Pel de banieren en mijlpalen weg en één belofte blijft: de volgende sprong voelt goed. Voeten planten, knieën buigen, en voor een hartslag ben je gewichtloos. Dat kleine wonder — door miljoenen over decennia gevoeld — heeft Mario tot hier gedragen. Als het team dat wonder levend houdt, voelt de eeuwgrens geen gok. Het voelt als een natuurlijke volgende stap.

Conclusie

Miyamoto’s Casa Brutus-gesprek schetst een beeld van zelfverzekerd rentmeesterschap. Hij is teruggestapt uit de dagelijkse ontwikkeling, maar bewaakt nog steeds de pols van de serie door die cruciale eerste minuten te testen en erop te staan dat de ervaring “aanvoelt als Mario”. De Super Mario Galaxy-film nadert de release met een focus op oprecht plezier in plaats van lege herrie, en het team dat aan de volgende grote game werkt omarmt een uitdaging die elk tijdperk brengt: laat het vertrouwde weer zingen. Veertig jaar later is de formule geen formule — het is een houding van nieuwsgierigheid, warmte en strengheid. Houd die houding vast, en de volgende sprong landt precies goed.

Veelgestelde vragen
  • Maakt Miyamoto nog rechtstreeks Mario-games?
    • Hij is teruggestapt uit de dagelijkse ontwikkeling, maar blijft betrokken als bewaker van het gevoel en test persoonlijk vroege secties om te verzekeren dat de ervaring aansluit bij Mario’s identiteit.
  • Wat zei hij over de Super Mario Galaxy-film?
    • Hij beschreef de productie als in de laatste fase en legde de nadruk op een helder doel: het moet leuk zijn, met vertrouwen dat het team die toon weet te raken.
  • Waarom focussen op de eerste dertig minuten spelen?
    • Die minuten bepalen vertrouwen, introduceren besturing en ritme en zetten verwachtingen. Als ze goed aanvoelen, bouwt de rest van het avontuur op een sterk fundament.
  • Hoe balanceert het team traditie en nieuwe ideeën?
    • Door kernpijlers te behouden — responsieve beweging, duidelijke feedback, speelse uitdaging — terwijl aan mechanics en presentatie wordt gesleuteld, zodat elke entry fris voelt zonder zijn gezicht te verliezen.
  • Wat volgt voor Mario na het Switch-tijdperk?
    • Nieuwe hardware brengt nieuwe kansen, en Miyamoto kadert het als een uitdaging voor het team van nu: breid de werkwoorden uit, houd de warmte vast en laat de volgende sprong onvermijdelijk aanvoelen.
Bronnen